Lieke: ‘Bijbelse verhalen voor jonge kinderen van mevrouw D.A. Cramer-Schaap was in 1957, toen het boek verscheen, een erg moderne kinderbijbel. De schrijfster ging zo veel mogelijk uit van het kind in de bijbel. Dat sloeg aan bij zowel protestanten als katholieken: er werden er honderdduizenden van verkocht.
Uitgeverij Ploegsma vroeg mij in 1992 deze kinderbijbel te herzien. In 1994 verscheen deze herziene 33-ste druk, met prachtige illustraties van Annemarie van Haeringen, die daar een jaar lang fulltime aan had gewerkt. Er werden achttien nieuwe verhalen toegevoegd en de bestaande verhalen werden gemoderniseerd. Zo beschreef mevrouw Cramer-Schaap David als een puur positieve held. Dat vond ik eenzijdig. Door het verhaal van David en Batseba toe te voegen, wordt David meer mens. Om een vergelijkbare reden is het verhaal over het verraad van Judas toegevoegd. Het relativeert het beeld van Jezus’ discipelen als eenheid van trouwe volgelingen.
In 2007 vond ik mijn bewerking van 1994 alweer verouderd. Ik heb de tekst toen vooral vergeleken met De Nieuwe Bijbelvertaling van Het Nederlands Bijbelgenootschap en de Katholieke Bijbelstichting uit 2004. Maar ook met De Naardense Bijbel, de vertaling van Pieter Oussoren uit 2004 en met enkele oudere vertalingen.
Steeds meer wordt deze kinderbijbel ook door een niet-christelijk publiek gewaardeerd, als basis om de bijbelverhalen te leren kennen, als bron van algemene vorming. Deze ontwikkeling heb ik als uitgangspunt genomen voor de hertaling van 2007: toegankelijkheid voor een breed publiek, tegelijk met een zo bijbelgetrouw mogelijke weergave.
In 2007 werden twee hoofdstukken toegevoegd. Ten eerste een slotverhaal aan het Oude Testament dat verwijst naar het Nieuwe Testament. Ten tweede is tegen het eind van het Nieuwe Testament een hoofdstuk toegevoegd met het befaamde deel uit de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs over de liefde. En het verhaal over Jezus’ kruisdood, dat ook in versie van 1994 erg summier was verteld, is nu uitgebreid.
Toch droeg ook deze jubileumeditie in twee delen van Bijbelse verhalen voor kinderen nog steeds de signatuur van Cramer-Schaap. De toegevoegde verhalen zijn waar mogelijk in haar vertellende schrijfstijl geschreven.
Eind 2012 zijn in de 39-ste druk de twee delen uit 2007 weer samengevoegd tot één boek van 448 pagina’s. Inhoudelijk zijn alleen kleine correcties aangebracht.’
Volkskrant (1994): ‘Door deze veranderingen en de modernisering van het taalgebruik drukt Van Duin haar stempel op de verhalen. Zij heeft haarfijn aangevoeld dat er in deze tijd minder behoefte is aan onwankelbare helden. Ook gaat ze ervan uit dat kinderen best mogen weten dat volwassenen ook hun twijfels, angsten en onzekerheden hebben.‘
NBD/Biblion (2007): ‘Dezelfde prachtige, sfeervolle aquareltekeningen (en enkele papiercollages) in verschillende formaten, met vaak humoristische en verrassende details, werden ook in deze editie gehandhaafd. Het werk van de illustratrice is inmiddels al enige malen bekroond. Deze mooie verzameling bijbelverhalen zal zeker niet alleen in protestantse en katholieke kringen, maar ook door een niet-christelijk publiek worden gewaardeerd.‘
Omslagen: 1957 (Alie Evers) en 1994 (Annemarie van Haeringen) | |
Omslagen: 2007 (Annemarie van Haeringen) |
|
Omslag: 39-ste druk (2012) | Omslag: 40-ste druk (2017) |